Geesteswereld en transcendentie
ONDERWIJSVERNIEUWING
ONDERZOEKSRESULTAAT
verrassend!
Het Tijdschrift voor onderwijsrecht en onderwijsbeleid – T.O.R.B. nr. 01-02 september-oktober-november-december 2017-2018 publiceerde ‘De levensbeschouwelijke identiteit van leerlingen: doet ze ertoe in onderwijsprocessen?’, een artikel van Ellen HUYGE.
Drie uitspraken
- De schoolverbondenheid ofwel de mate waarin een leerling zich ‘erbij voelt horen’ op school, is een kritieke voorspeller van leerresultaten. [Hattie, 2012] p. 55
- Het moet zijn dat de debatten rond levensbeschouwing / religie, en de rol ervan in onderwijs, een effect genereren op schoolgaande jongeren. p. 60
- De binding met de school of het gevoel erbij te horen op school, kan worden geschaad door een begrenzing van de levensbeschouwelijke expressie. Want al ligt het niet in de intenties van onderwijsprofessionals, een verbod op expressie kan worden begrepen als een verwerping van hun identiteit. p. 60
Het verkennend steekproefonderzoek gebeurde op basis van ca. 4000 Vlaamse leerlingen.
Ze werden gecatalogiseerd als:
- gelovig [moslim.protestant.orthodox.hindoe.jood.andere]
- katholiek-gelovig
- niet-gelovig
Verrassende conclusie
Geloof blijkt bovendien voor een meerderheid van leerlingen nog relevant. Ook andere geluiden uit het onderwijs bevestigen een relevantie of behoefte aan (kennis over) levensbeschouwing en religie in onderwijs. Een kleinschalige bevraging van bijna 500 leerlingen in 9 Vlaamse en Brusselse secundaire scholen [AXCENT vzw, 2015], bracht aan het licht dat jongeren van die leeftijd géén begrippenkader machtig zijn om te praten over levensbeschouwing, terwijl zij wel een zeer grote inte-resse naar ‘de andere’ hebben. Heel wat jongeren spraken met gemak over hun waarden en normen, maar bleken zich niet bewust van hun levensbeschouwelijk kader, wat hen verhinderde om de intra- en interlevensbeschouwelijke dialoog aan te gaan.
Het moet zijn dat de debatten over de plaats van levensbeschouwing / religie in onderwijs nog lang niet ten einde zijn en dat meer onderzoek nodig is om deze te spijzen? p. 60
OVERDENKING
Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen blaakt niet van missie-ijver. Het wil eerder goeddoen.
Tot in de eerste helft van de 20ste eeuw, en in het bijzonder in het Westen, heeft het godsgeloof de strijd met zichzelf en met de laïciserende krachten uitgevochten. Heel wat religieuze is-men hebben de aardgebonden mens een tijdlang bekoord. Vandaag versterken heel wat ontsporingen de onverschilligheid voor en de afkeer van onder meer zingevende boodschappen.
Het mag duidelijk zijn dat er meer dan een aggiornamento nodig is om de aangeboren religieuze vraagstelling van de mens te beantwoorden.
De scolarisatie heeft de modale intellectuele ontwikkeling op een hoog peil gebracht. De mentaliteit ten aanzien van het materiële en de zinnelijkheid is evenwel grotendeels ongewapend gebleven. Er is een omslag nodig: een herkenning van de weelderig naakte, onschuldige natuur, en de erkenning van de eigen zwijmelende culpabiliteit waarin vooringenomenheid en angst het steeds weer winnen van introspectie en overweging.
Het geloof in de deelprojecten van de samenleving: politiek, economisch, sociaal, juridisch, artistiek enz. wordt getemperd door het ongeloof dat ze kunnen slagen. De oosterse wijsheid dat het menselijke bestaan ‘wording’ is, wordt door de westerling tegengesproken door zijn onverminderd streven naar hier-en-nu gegarandeerde bevrediging.
Er is een nieuw religieus vocabulaire nodig, een genereus eigentijds discours om de goede eigenschappen / deugden weer een naam te geven en de gebreken / ondeugden eerlijk te benoemen.
Er zijn nieuwe narratieven nodig: een nieuwe metaforiek die gevoel en begripsvermogen aanspreekt. Met de zuivere rede komt men wel tot inzicht, maar niet tot rust.
De school kan het floers van de hypocrisie van voor de ogen wegnemen. Ze kan het naturel van de mens tonen – als ’t ware openbaren – met zijn vele onvolkomenheden en zijn vele mogelijkheden van verheven denken en handelen. Ze kan met andere woorden handelen volgens de Rechten van de mens / de Rechten van het kind. Die zijn naar het aangeboren geweten en naar de gepredikte westerse ethiek op schrift gesteld. Ze kan de mens aanzetten tot de kritische beleving van de evoluerende moraal.
De school kan de jeugdige personen tot existentiële zingeving brengen. De enen zullen door levenslange bevraging van het natuurlijke / kosmische levensmysterie naar vermeerderende zekerheid streven. De anderen zullen bovendien door de aanname van de bovennatuur – al dan niet uitgewerkt in een mythisch begrip of geïncarneerd in een historische voorbeeldfiguur – hun leven richting trachten te geven.
Het volledige artikel verscheen in V.V.L.-Ideeën 50/2